Parkeren voor gehandicapten

Voor het parkeren van gehandicaptenvoertuigen en motorvoertuigen van gehandicapten op met dan 2 wielen met een geldige en duidelijk leesbare gehandicaptenparkeerkaart zijn een aantal dingen mbt het parkeren anders geregeld:

• Zij mogen langs een onderbroken streep parkeren, mits niet langer geparkeerd wordt dan 3 uur,
• Zij mogen bij het bord E1 (parkeerverbod) parkeren, mits niet langer geparkeerd wordt dan 3 uur,
• Zij mogen in een parkeerschijfzone onbeperkt parkeren zonder parkeerschijf,
• Zij mogen binnen een erf parkeren op plaatsen die niet voor parkeren zijn aangeduid, mits niet langer wordt geparkeerd dan 3 uur.

E6.

Soms zijn er speciale parkeerplaatsen voor deze voertuigen gemaakt met het bord E6. Op deze gehandicaptenparkeerplaatsen mag alleen worden geparkeerd met een gehandicaptenvoertuig of een motorvoertuig op meer dan 2 wielen met een geldige en duidelijk leesbare gehandicaptenparkeerkaart.
 

Bij het bord E6 kan een onderbord geplaatst zijn dat deze gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor slechts 1 voertuig, dit is aangegeven met een kenteken. Alleen het voertuig met deze kentekenplaat mag hier parkeren. Als onder het bord E6 een onderbord met een maximale parkeertijd is geplaatst, dan is de bestuurder van dit voertuig verplicht een parkeerschijf te plaatsen achter de voorruit te plaatsen.

Parkeren in een parkeergarage

Om parkeerproblemen in de grotere steden aan te pakken zijn er parkeergarages gebouwd. Een parkeergarage bestaat uit meerdere parkeerdekken. U betaald achteraf voor de tijd dat u geparkeerd heeft. Als u komt aanrijden drukt u op de knop voor de slagboom, neemt het kaartje uit de automaat en bewaard hem goed. Bij verlies wordt meestal kost het u een hoop extra geld. Vervolgens gaat de slagboom open en u parkeerd uw auto in een van de aangegeven vakken. Het is tevens handig om te onthouden op welk parkeerdek u uw auto heeft geparkeerd, dat voorkomt achteraf een hoop zoekwerk. Als u uw auto weer komt ophalen, steekt u het kaartje in de betaalautomaat, het te betalen bedrag komt in beeld en u betaald. Nu ontvangt u een uitrijkaartje. U loopt naar uw auto en rijdt richting de uitgang, hier heeft u meestal een kwartier voor, dit staat op de uitrijkaart. U steekt uw uitrijkaart in de automaat en rijdt weg zodra de slagboom opengaat.

Parkeren bij een parkeermeter

Hier koopt u vooraf de gewenste parkeertijd, zodra de parkeertijd voorbij is, staat de parkeermeter op rood. Een parkeermeter staat direct naast het parkeervak geplaatst waar u staat geparkeerd. Een parkeermeter is vaak op plaatsen gemaakt waar bijvoorbeeld maar maximaal 1 of 2 uur betaald geparkeerd mag worden. Bijvoorbeeld langs de straat in het centrum van de stad. Voor de grote massa auto's is de parkeergarage er weer.

Parkeren bij een parkeerautomaat

Ook bij het parkeren bij een parkeerautomaat koopt u vooraf de gewenste parkeertijd. Het is eigenlijk hetzelfde principe als de parkeermeter, alleen staat een parkeerautomaat meestal midden op een groter parkeerterrein, bijvoorbeeld in het centrum van de stad bij een supermarkt. Na het parkeren loopt u naar de parkeerautomaat en koopt u uw kaartje, u krijgt een kaartje van de parkeerautomaat met begin-en eindtijd erop, u loopt naar uw auto en plaatst het kaartje goed zichtbaar achter uw voorruit. Een parkeerwachter kan nu goed controleren wat de eindtijd van het parkeren is. 

Parkeren van aanhangwagens

Voor het parkeren van een aanhangwagen gelden dezelfde regels dan voor het parkeren van een personenauto. Een aanhangwagen mag niet worden geparkeerd op het voetpad, trottoir, fietspad, fiets/bromfietspad of ruiterpad.

Parkeren op een helling

Zorg er voor dat de auto goed geremd staat. Het beste in een versnelling plus de handrem, dubbel dus.

Als u bergafwaarts parkeerd aan de rechterzijde van de weg kunt u het beste de wielen rechtsom insturen, schakel in de achteruitversnelling, de motor uitzetten en de handrem goed aantrekken. Mocht de auto toch in beweging komen, dan komt de auto direct tot stindstand tegen de trottoirrand.
 

Staat u bergopwaarts geparkeerd aan de rechterzijde van de weg kunt u het beste de wielen linksom sturen, schakel in de eerste versnelling, de motor uitzetten en de handrem goed aantrekken. Mocht de auto toch in beweging komen, dan komt de auto direct tot stilstand tegen de trottoirrand.

J26.

Als u geparkeerd staat bij een kade langs een rivier, kanaal of een gracht is het uiteraard ook belangrijk dan u goed geremd staat, liefst ook hier dubbel, dus in de versnelling en op de handrem.